Eerste team ontbeert durf tegen koploper: kleine nederlaag

Mensen die mij kennen weten dat ik een hekel heb aanverliezen: het is een voor mij ongeaccepteerd resultaat van een avond zwoegenachter het schaakbord. Dat de vorm erbij hoort, net zoals winnen, landt bij mijmaar moeizaam. Hiermee start ik met een verslag van mijn belevenissen alsinvaller in het 1e tegen de koploper in de promotieklasse, CharloisEuropoort 3. Ik mocht invallen voor Richard die helaas niet kon, maar mij weleen stimulerend SMS-je had gestuurd. CE 3 was gebrand op een goed resultaatgezien ook het feit dat de concurrentie wederom punten had laten liggen.

Leon was als eerste klaar: met zwart speelde hij eenagressieve Ben-oni achtige variant die knap gelijk spel opleverde vanuit de opening.De open stelling leverde snel strijd, maar ook snel vervlakking op waarna dekemphanen van bord 3 al spoedig tot remise besloten.

 

Edo hanteerde op bord 2 het eigen b3-c4 systeem wat eenrustig schouwspel opleverde. Edo doorzag voldoende van de geslepen plannen vande zwartspeler hetgeen ook al snel een vervlakking van de stelling betekende.Edo gaf aan geen risico te willen nemen en te vertrouwen op de overige 6spelers die op dat moment, tegen de klok van 10, nog volop in de weer waren.

 

Gerard speelde op1 met zwart een actieve Siciliaan op dedamevleugel: deze stelling leek behoorlijk evenwichtig. Leo was redelijk goeduit de opening gekomen met wit op 4, maar kreeg het in het vroege middenspellastiger toen zijn tegenstander actiever spel kreeg. Arjan had op 6 eenklassieke Siciliaan op het bord met 3. Lb5. Optisch zag het er aardig uit,hoewel de fase van aftasten ook na 2 uur spelen nog gaande was.

 

Rob speelde metzwart een hele gedegen en sterke partij tegen talent Thoma: zij kon nietovertuigen in de opening en het vroege middenspel waarna Rob langzaam maarzeker de regie naar zich toe trok. Ik zelf was op 8 geposteerd: de FranseTarrasch kwam op het bord en aangezien ik deze maar 12 zetten ken, moest ikdaarna fors tijd investeren om in de partij te blijven, daar zwart langzaam aanbeter kwam te staan.

 

Cees tenslotte was in een bijzonder, dus voor hem vertrouwd,gevecht verzeild geraakt na zijn c6-d6 opening. Nadat hij een pion won voor eeniets mindere stelling, dacht hij alles wel te zien aankomen. Helaas voor Ceeszag zijn tegenstander net iets meer waaronder ook de correctheid van het doorCees in zijn hoofd afgekeurde offer. Dit bleek zo sterk dat er geen houden meeraan was en Cees stelling aan alle kanten werd bestookt en tenslotte onhoudbaarbleek: we stonden dus achter: 1-2.

 

Niet veel later moest ook Leo de vlag hijsen: eentegenoffensief op de koningsvleugel ontbeerde kracht en, zoals Leo later zelfaangaf, vooral durf om de liggende tegenkansen op te rapen: zoals wel vaker indergelijke stellingen kwam zijn tegensatnder eerder binnen waardoor het 1-3werd.

 

Ondertussen was ik zelf al enige tijd in de veronderstellingdat het ongeveer gelijk stond en in tijdnood: hierdoor durfde ik niet de (naarlater bleek absoluut winnende) risicovoller ogende voortzetting te spelenwaarmee de partij zeer snel in een volkomen evenwichtig vaarwater kwam: remisedoor zetherhaling bleek vervolgens niet fatsoenlijk te voorkomen.

Ook bij Arjan bleek er met de zware stukken en een enkeleloper weinig muziek meer in de stelling te zitten waardoor tot remise werdbesloten. Arjans’ gemanoeuvreer leidde weliswaar tot licht initiatief, maarverder liet de zwartspeler het nimmer komen en de slotstelling was dan ookvolkomen in evenwicht.

 

Gerards’ partij leek ook op remise af te steven totdat zijn tegenstanderwinst ging forceren die er kennelijk niet was: Gerard speelde vervolgens eenerg sterk eindspel en maakte het keurig af: 3-4, Nieuwerkerk terug in de race!

Rob wist zijn initiatief te verzilveren door een dubbelpionaf te dwingen en pionwinst. Helaas was dit gepaard gegaan met het afruilen vanalle lichte stukken. Hoewel Rob het nog wel probeerde was het net niet genoegvoor de winst: Thoma’s techniek is ook in het eindspel van voldoende niveau omeen dergelijk toreneindspel binnen de remisemarges te houden.

 

Na afloop proefde ik gelatenheid en positivisme: zo van‘ach, 3,5-4,5 tegen de koploper is best een goed resultaat’. En na mijnopeningszinnen zeg ik dan: ja en nee. Vooraf zouden we misschien hebbengetekend voor een eervolle nederlaag, maar… achteraf overheerst bij mij deteleurstelling over de gemiste kansen op een beter resultaat bij met name Leoen mijzelf. Meer durf en moed zijn nodig dit team de laatste strohalm te latenpakken: ook schaken begint met vertrouwen op je eigen kwaliteiten i.p.v.focussen op die van je tegenstander (zeg ik ook met name tegen mezelf!).

Leave a Comment