Op maandagavond 5 maart toog het wederom complete derde team naar Barendrecht voor een bondswedstrijd tegen het tweede aldaar.
Bij Jos Boukema (bord 6) gaat de strijd lange tijd gelijk op. Beide partijen eindigen met een toren, een paard en vier pionnen. Jos moet echter één van zijn pionnen ongelukkig blijven dekken. Hierdoor verliest hij een pion en weet zijn tegenstander te promoveren. Dan geeft Jos het op.
Jeroen Engelberts (bord 2) gaat het niet veel beter af. Alhoewel hij goed presteert in de huishoudelijke competitie dit seizoen, maakt hij niets klaar voor het derde team. Deze avond brengt daarin geen verandering. Op zet 5 blundert hij waardoor zijn tegenstander met drie lichte stukken en zijn dame Jeroen’s koningsvleugel aan gort schiet, hetgeen Jeroen een toren kost. Lange tijd weet Jeroen de stelling dicht te houden. Op de veertigste zet geeft hij dan toch op.
Carel Heine (bord 8) weet, wederom, een punt te pakken. Zijn tegenstander heeft twee ongelukkige paarden die elkaar dekken, terwijl Carel een loper en een paard heeft. Door een klein foutje wint Carel twee pionnen en geeft zijn tegenstander op.
Bij Joost Molenaar (bord 1) gaat de strijd lange tijd gelijk op. Hij moet een licht stuk prijsgeven, hetgeen omgezet wordt in een kwaliteit. Uiteindelijk moet zijn tegenstander de kwaliteit teruggeven om te voorkomen dat Joost promoveert. De spelers besluiten tot remise.
Cees Verschoor (bord 4) verliest in het begin van de partij een licht stuk en moet uiteindelijk zijn meerdere erkennen in zijn tegenstander. Zelf geeft hij aan dat hij de hele partij achter de feiten aanliep en dat hij er niet meer van kon maken.
Han van der Hoeven (bord 7) boert goed. Gedurende een groot gedeelte van de partij staat hij een kwaliteit voor. Als zijn tegenstander dan ook nog eens in tijdnood komt verzilvert hij zijn voorsprong door hem om te zetten in een volle toren. Door de spanning geeft hij zijn voorsprong weer uit handen. Gelukkig gaat zijn tegenstander door zijn vlag en wint Han alsnog.
Rob van Houweling (bord 6) speelt een degelijke partij en weet een stuk te winnen. Op dat moment is het spel heel open. Uiteindelijk wint zijn tegenstander een aantal pionnen en eindigt het spel met een paard en een pion tegen drie pionnen, waarvan één dubbel. Hij wint de dubbelpion, maar verliest zijn eigen pion. De strijd eindigt in remise.
Hugo Trimp (bord 3) speelt een gelijk opgaande partij. In het eindspel veslikt hij zich in zijn pionnenstructuur, hetgeen hem een pion kost. Desalniettemin weet hij aardig te dreigen en houdt zijn tegenstander bijna eeuwig schaak. Echter, in tijdnood eindigt de strijd dan toch in verlies voor Hugo.
Ook deze één na laatste keer weet het derde team niet te winnen (5-3) en zal onherroepelijk degraderen naar de vierde klasse RSB.