Na de degradatie vorig seizoen uit de promotieklasse en het omgooien van het competitiesysteem is het maar de vraag of we dit seizoen eenvoudiger de zeges aaneen gaan rijgen. Voor het eerst mogen KNSB–spelers ook in de RSB competitie aantreden. Ons vlaggenschip bleek aantrekkelijk te zijn voor ‘herintreders’ maar andere verenigingen lijken er nog meer garen bij te spinnen. De gemiddelde speelsterkte (lees: rating) zal in ieder geval duidelijk toenemen.
Na al deze bespiegelingen moesten wij op 1 oktober tegen Barendrecht/IJsselmonde 1 het spits afbijten in de RSB klasse 1A. De eerste hindernis begon al het vinden van de juiste speellocatie. Via de teamleider hadden we per mail de instructie gekregen dat de locatie zich bevond op de Dr. Kuyperstraat 4. Dat was geen probleem volgens het navigatiesysteem en zonder problemen arriveren drie auto’s onafhankelijk van elkaar op deze straat in Ridderkerk. Daarwas echter geen schaakstuk, of iets wat er ook maar enigszins op leek, te bekennen. Klaarblijkelijk was er niemand van ons vooraf op de gedachte gekomen dat een speellokaal op een andere locatie dan Barendrecht of IJsselmonde mogelijk onjuist kan zijn. De autoriteit van een teamleider staat in Nieuwerkerk duidelijk nog op een voetstuk!Maar goed, het probleem was hoe nu verder om kwart voor acht. Gelukkig bood Google uitkomst: de straat en huisnummer bleken goed te zijn alleen moesten we 6,8 kilometer naar het zuidwesten om dan in Barendrecht aan te komen. Daar betraden we, net op tijd, als tweederangs artiesten via de brandtrap de speelzaal op de eerste verdieping. Volgens Edo was ons oud-clublid Cees meteen weerrechtsomkeert naar huis gegaan! Alleen Johan en Jeroen waren een kleine tien minuten te laat, maar zij namen ook de hoofdingang.
We konden meteen aan de bak. Na een uur hadden we al de eerste nul te pakken. Invaller Han (spelend op 8) blunderde zijn dame weg. Na afloop kreeg ik van hem een papiertje met wedstrijdinfo in de vorm van meerdere tussenevaluaties per bord gedurende de avond. Daar maak ik voor dit verslag dan ook graag gebruik van. Op de achterkant stond zijn eigen gespeelde partij met achter zijn zet 9…Lb7 maar liefst drie vraagtekens. Ik ga er gemakshalve maar vanuit dat deze partij daarom niet publicatiewaardig is.
Uit Han zijn eerste tussenbalans om 21:00 uur maak ik op dat de zeven resterende partijen redelijk in evenwicht zijn. Bij mijn partij op bord 6 merkt hij op dat ik (een beetje) onder druk sta. Dat heeft Han goed gezien en daarom heb ik nauwelijks rondgelopen om naar de andere borden te kijken: de veiligheid van de eigen koning eerst!
Om 10:00 uur volgt een nieuwe update van Han: De tweede uitslag staat inmiddels op het scorebord. Johan heeft op bord 4 het punt gedeeld. Johan hierover: “Vanuit de opening was het duidelijk dat de strijd zou gaan om de beheersing van veld e4. Zowel wit als ikzelf slaagden er echter niet in om die strijd te winnen. Tijdens het vechten om veld e4 werden een paar lichte stukken afgeruild. Toen ook de laatste paarden van het bord verdwenen en er alleen maar zware stukken overbleven, was het moment daar om de vrede te tekenen.
Han schrijft verder: Bernard staat een pion achter maar dat lijkt niet als te ernstig. Op de overige borden staan we gelijk tot iets beter. Han is vooral te spreken over het loperspel van Edo, dat Lambert goed staat en dat Arjan over mooie velden beschikt. Kortom: we staan achter, maar houden moed.
Een halfuurtje later staan ook bij Jeroen op bord 1 de beide koningen op e4 en e5. Remise dus terwijl het bord nog helemaal vol stond.
Jeroen hierover: In de Partij kwam ik wel lekker te staan, maar in de diagramstelling kozen we beide voor herhaling van zetten: Dc2-d2 en Pc5-d7. Remise al na 18 zetten, met alle stukken nog op het bord. De eindstelling beoordeelt Ome Fritz’ als slechts een marginaal plusje voor me.
Edo heeft zijn materiële voordeel inmiddels uitgebreid naar twee pluspionnen en dat lijkt dus de goede kant op te gaan. Arjan heeft een kwaliteit ingeleverd maar lijkt hier aanvalskansen voor terug te krijgen. Zelf zit ik met een tochtige koning in het centrum maar na een lange rokade lijkt het meeste gif uit de aanval van mijn tegenstander.
Edo, die weer goed in zijn vel zit, wist de winst binnen te slepen en zorgt voor een gelijke tussenstand. Edo (aan bord 3) mailde me een kort maar krachtig verslag hierover: Ik speelde mijn eigen vertrouwde opening en zette zo rustig de partij op. Mijn tegenstander ruilde al snel zijn e-pion af waardoor ik heel langzaam druk kon zetten in het centrum en daarna op de damevleugel. Heel langzaam kreeg ik steeds meer vat op het spel en drukte mijn tegenstander heel langzaam met de rug tegen de muur. Hij verloor eerst 1 pion probeerde hierna te redden wat er te redden viel maar na verlies van de 2e pion speelde eigenlijk spartelde hij nog even tegen en gaf toen uiteindelijk op. Eindelijk weer eens een partij niet weg geblunderd op het eind dat gaf een heel goed gevoel.
Dat gaf de Nieuwerkerkse burger moed want ook aan bord 5 weet Arjan ogenschijnlijk redelijk eenvoudig de remisehaven te bereiken. Volgens Arjan was ‘zijn beest’ een andere mening toebedeeld. Lees maar: Na een voorzichtig begin besloot ik op zet 12 de stelling te openen. Er werd wat materiaal geruild en ik hoopte mijn pionnenmeerderheid op de damevleugel in beweging te krijgen. Maar eerst wilde ik mijn stukken nog wat actiever neerzetten, te beginnen met het centraliseren van mijn enig overgebleven paard.
Helaas bleek dit vooral tijdverlies te zijn, waardoor mijn tegenstander vervelende dreigingen kon ontwikkelen. Een tactische misser kostte me vervolgens een kwaliteit, waarmee ik nog erg goed wegkwam. Zowel mijn tegenstander als ik hebben een stukwinst gemist, die verder spelen voor mij zinloos had gemaakt.
In de partij kon ik een aanval opzetten tegen de zwarte koning hoewel Stockfish niet erg onder de indruk is van de witte kansen. Voor een sterveling met een tikkende klok ligt dat lastiger en ik heb er wel begrip voor dat mijn tegenstander de kwaliteit teruggaf om de druk van de ketel te halen. Er resteerde een gelijk eindspel, waar ik (met een schuine blik op het bord van Bernard) geen wilde winstpogingen meer deed: ½-½.
Zelf speel ik aan bord 6 een zeer enerverende partij. Na de opening sta ik behoorlijk gedrongen, maar in een wirwar van vele ingewikkelde varianten weet ik mijn tochtige koning via een lange rokade uit het centrum te krijgen en kan ik enigszins opgelucht adem halen. Mijn tegenstander offert een pion die ik dapper aanneem. Ter compensatie dringen zware stukken mijn stelling binnen, maar ik weet de verdediging onder controle te houden. Mijn tegenstander overschat daarna enigszins zijn aanvalskansen en met een dame uitval (die mat op onder de rij dreigt) en een dreigend paard richting de witte koning lijken de kansen langzaam te keren. Ik laat zelfs een toren ongedekt staan, waarvan ik dacht dat die niet mag worden genomen omdat ik dan de witte koning mat zet. Daar ontdekt Stockfish groot een lek in, omdat wit daarna direct zijn toren kan terugofferen wat leidt direct remise is door eeuwig schaak. In de partij offert wit een paard terug om direct mat te voorkomen. Met weliswaar een kwaliteit minder, maar met twee pionnen meer blijf ik zo echter de beste kansen houden. Het blijft ingewikkeld, en opeens dreig ik via een briesend paard mat met de dame dat wit niet meer kan verhinderen. Wits enige kans is met dameschaakjes de executie voorkomen. Ik berust mij in zetherhaling en speel mijn koning achteloos van c7 naar b6 en weer terug naar c7. Jeugdspelers worden al in het begin van hun carrière geleerd op hun handen te zitten en niet direct te zetten. Na de overeengekomen remise word ik gewezen op de koning zet b6-a5. De witte schaakjes zijn dan op….
Lambert heeft intussen ook zijn halfje aan bord 7 binnen door herhaling van zetten. We laten Lambert hierover zelf aan het woord: “In een Benoni speelde ik e4 in plaats van a4. Dit resulteerde in een pionnenstorm van mijn tegenstander op de damesvleugel. Aangezien ik e4 had gespeeld kon mijn tegenstander makkelijk zijn witte loper ruilen voor mijn paard op f3. Zijn paard was een stuk sterker dan mijn witte loper in een redelijk dicht geschoven stelling. Mijn tegenstander besloot voor zetherhaling te gaan wat voor mij goed uit kwam”.
Nu is alleen op bord 2 nog een volle strijd gaande. Met een 3½-3½ tussenstand kan het dus nog alle kanten op. De beide spelers maken er een waar spektakelstuk van. Bernard had in het vroege middenspel een pion verloren en hoopt door activiteit de schade te repareren. Pas na afloop van mijn partij en een korte analyse met mijn tegenstander wurm ik mij tussen de toeschouwers door naar het bord. Een zeer ingewikkeld eindspel waarin wit twee vrijpionnen op de damevleugel heeft en Bernard twee op de koningsvleugel. De witspeler lijkt wat in het voordeel aangezien zijn loper een grotere actieradius heeft. Nadeel is wel dat hij moet leven van increment op zijn klok maar echt onrustig wordt hij daar niet van. Uiteindelijk weet geen van de vier pionnen het promotieveld te bereiken en maakt Bernard met een rood hoofd vanwege de volle inspanning remise: 4-4! Bernard stuurde me een uitgebreid verslag toe met de begeleidende tekst: “Het is een wat lang verhaal geworden, maar aangezien de partij dat ook was dacht ik dat, dat wel kon. Als je het te lang vindt, moet je het maar zeggen, dan probeer ik het in te korten.” Ik heb besloten aan de webmaster te vragen het verslag te upgraden naar een zelfstandig stuk. Bedankt Bernard! [red: uiteraard wordt dit stuk gepubliceerd! ]
Al met al zijn we niet slecht begonnen aan de competitie. Tegen een team dat deze avond gemiddeld maar liefst 111 ratingpunten meer heeft, scoren we aanzienlijk beter dan professor Elo vooraf had berekend. Dat smaakt naar meer voor de rest van dit seizoen.