Na een klein verlies tegen Spijkenisse 2 toog het tweede team maandagavond 6 november voor de volgende bondswedstrijd naar Krimpen 2. Krimpen speelt in de nieuwe speellocatie De Pannenkoe.Prima zaal dat zeker maar de koffie die geschonken wordt is niet best. Han had mij al gewaarschuwd maar ik wilde toch de kwaliteit van de koffie zelf beoordelen en…Han had gelijk…niet best.
Qua rating was Krimpen ruim 100 punten sterker maar wij waren vol goede moed.
Hieronder het verslag van de spelers:
Bord 1: Theo Huijzer
Met wit speelde ik een Catalaanse opening, die al snel overging in de ruilvariant van het geweigerd dame gambiet. Ik kwam goed uit de opening en had steeds het gevoel beter te staan. Omdat ik zoals gebruikelijk in tijd een half uur achterstond bood ik remise aan. Mijn tegenstander speelde door en in hevige tijdnood koos ik het verkeerde veld voor mijn koning met stukverlies tot gevolg. Tegelijkertijd viel mijn vlag. Fritz gaf aan dat de remisemarge de gehele partij niet werd overschreden.
Bord 2: Leen Klein
Ik speelde een partij tegen Remko Moerkerken, een oude bekende tegen wie ik al vaker heb gespeeld in RSB-verband. Op mijn Siciliaan opende hij ietwat vreemd, met 2. f4 en een snelle De2+ nog voor hij gerokeerd had. Na mijn antwoord De7 volgde na enkele zetten een afruil waardoor zijn koning al snel op e2 kwam te staan. Het stukkenspel had zich ondertussen in evenwicht ontwikkeld, maar na zijn Le3 die naar zijn pionnen f4 en d4 zat te kijken werd die loper niet meer dan een pion voor de rest van de partij. Ik schoof al mijn pionnen naar witte velden en probeerde de zijne te pinnen op de zwarte velden. Zodoende belandde ik in een stelling die ik niet meer kon verliezen maar eventueel nog wel zou kunnen winnen. Toen er 5 partijen waren afgerond en het na informeren bij de teamleider bleek dat we 3,5-1,5 achter stonden, concludeerde ik dat het team zou verliezen als ik op remise zou blijven spelen, en eventueel alleen een resultaat zou halen als ik zou winnen. Nou had ik ooit wel eens ergens gelezen dat je zo’n stelling alleen kon winnen door je loper te offeren voor een pion, dus ik besloot de gok te wagen. De vrijpion die ik kreeg was echter niet snel genoeg (en ik verloor een paar noodzakelijke tempo’s), waardoor ik alsnog te partij verloor. Des te zuurder toen ik vernam dat partijen 6 en 7 werden gewonnen en het 3,5-3,5 was geworden. Was ik verdorie weer de sukkel van de avond.
Bord 3: Han Everaars
Op bord 3 kreeg ik na 20 zetten met wit een mooie stelling.
Een actie op de damevleugel zou het voordeel nog verder vergroten.
Een onbezonnen opgespeelde a-pion zorgde voor problemen want mijn dame stond ongedekt achter de linies. Mijn tegenstander vond precies de zet, die nodig was om de boel op te blazen en mijn voordeel was verdampt. Toen hij later in een voordelig eindspel dreigde te komen ruilde ik mijn slechte loper tegen zijn paard en bleven er twee keer vier pionnen en twee torens over: remise na 35 zetten.
Bord 4: Jurian Wildemans
Mijn partij begon met de Spaanse opening. Dit is voor mij geen vreemde opening omdat ik het zelf met wit vaak ook speel, maar als zwart zijnde moet je toch anders naar de stelling kijken. Na ongeschonden uit de opening te zijn gekomen, verloor ik een beetje mijn concentratie waardoor ik een pion zou verliezen. Gelukkig gaf mijn tegenstander niet een goed gevolg aan zijn pionwinst. Ik wist met mijn torens de inmiddels volledig open a en b lijn te bezetten, waardoor ik de in de witte stelling door kon breken. Door een tactisch grapje kwam ik zelfs een pion voor te staan. In de opening nam mijn tegenstander veel de tijd en dat resulteerde dat hij ietwat in tijdnood in het eindspel kwam. Hier wist ik een leuke mat in te bouwen waardoor de winst binnen was.
Bord 5: Willem van der Wel
Zelf speelde ik met wit tegen Thomas Boeren. Het werd een Dame gambiet, ik kreeg enig voordeel maar kon dit niet uitbuiten.
Met nog veel stukken op het bord kwam het zelfs tot een zet herhaling en remise was het resultaat.
Bord 6: Robert Valk
Op bord zes speelt ik met zwart. Wit opent met d4 en na e6 komt Frans op het bord; de doorschuif variant. Op zet twaalf maakt zwart een fout dat hem een centrumpion kost en een dubbelpion oplevert. Vanaf dat moment is het alle hens aan dek voor zwart. Nadat in het middenspel stukken worden afgeruild verbetert zwart zijn stelling maar is het genoeg. Op zet dertig mist zwart een zet die hem een gratis pion opgeleverd zou hebben.
Voor beide spelers gaat de tijd dringen. Met nog enkele minuten op klok voor beide spelers biedt wit remise aan. Na overleg met de captain wordt dit aanbod aangenomen. Zwart komt goed weg.
Bord 7: Ben Bam
Aan bord 7 speelde ik met wit tegen Robert Lecomte (1576).
Na e4-Pc6, Pf3-f5 besloot ik de f-pion niet te nemen, maar de e-pion door te schuiven naar e5. Het centrum van wit hield stand. Zwart kreeg een dubbelspion op de c-lijn en blokkeerde daarmee de eigen witte loper.
Na het veroveren van de kwaliteit stond wit gewonnen. De zwarte koning stond gepend en stukverlies dreigde. Op de 26e zet gaf zwart zich gewonnen.
Bord 8: Hans Dijkers
Aan bord 8 speelde ik met wit tegen Jan Buis. Het begin van de partij ging in een zeer rap tempo. Na 25 zetten kwam de rust maar tevens de ommekeer op het bord. Op d3 werd door de tegenstander ingeslagen en hierdoor kwam mijn stelling aardig onder druk. In plaats van dit te kunnen keren werd het voordeel door mijn tegenstander steeds verder uitgediept zodat het overwicht doorslaggevend werd en ik mijn tegenstander met een welverdiende overwinning mocht feliciteren.
Net als de vorige RSB wedstrijd was de uitslag nu ook weer 4,5-3,5 in het voordeel van de tegenstander.
Wij hebben pech tot nu toe maar ik heb het volste vertrouwen dat er nog punten gepakt worden.
Handhaven in deze klasse…dat is het doel.