SVN 1 opent nieuw seizoen met nederlaag

Voor het nieuwe RSB-seizoen 2023/2024 is ons vlaggenschip van de vereniging ingedeeld in klasse 1A. Vorig jaar wisten we ons op ons tandvlees te redden en dit nieuwe seizoen zal het ook lastig worden gezien de gemiddelde rating van onze tegenstanders. Het bal werd geopend tegen degradant uit de hoofdklasse van het afgelopen seizoen: het roemruchte Charlois-Europoort.

We waren allen netjes op tijd en non-playing captain Han had voor een nuchter strijdplan gekozen. Met een opstelling op basis van rating en verder de boodschap “vechten voor wat je waard bent” werden de klokken aangezet.

We kwamen al redelijk snel op voorsprong door een zege op bord 8 van Robert Valk. Hij speelde tegen een speler die de gemiddelde leeftijd en rating van Charlois/Europoort sterk naar beneden haalde. Robert kreeg steeds meer voordeel en speelde het foutloos uit. Hij zal niet de eerste speler zijn die door onderschatting tactisch wordt getruct.

Richard speelde aan bord 3 tegen voorzitter Cor de Wit en had een klein plusje vanuit de opening vanwege een iets betere pionnenstructuur. Zijn tegenstander wist echter door secuur spel zijn nadeel binnen de perken te houden en na zetherhaling was remise de logische uitslag.

Charlois kwam ook gelijke hoogte doordat Johan de Koning het met zwart niet droog wist te houden. Ik heb weinig meegekregen van deze partij gelukkig voorzag Johan mij nog van input: “Het werd op mijn bord een taai strategisch gevecht. Mijn doel was ergens met …d5 tegenspel te krijgen in het centrum. Tijdens de partij was ik steeds van oordeel dat die zet niet kon. Had ik hem maar ergens gedaan. Nu kwam mijn tegenstander uiteindelijk tot een aanval op de koningsvleugel, waarop ik niet het juiste antwoord heb weten te vinden. Mijn wat passieve aanpak leidde tot een verdiende nederlaag.”

De sterkte van onze tegenstanders was te zien op de overige borden. Op bord 6 had Rob Rijnbeek weer een interessante gambietpartij. Traditioneel speelt Rob dit zelf, maar nu kreeg hij een gambiet voorgeschoteld dat hij vroeger zelf ook speelde. Volgens Rob speelde hij één mindere zet, waarna hij er niet meer aan te pas is gekomen. Tja, dan moet je ook geen gambieten aannemen is mijn motto! De tussenstand was nu 2½-1½ in het voordeel van de gasten.

Arjan speelde aan bord 5 een interessante partij die uiteindelijk uitmondde in pionneneindspel. Even vreesde Arjan voor een nederlaag maar met een aantal nauwkeurige zetten werd de veilige remisehaven bereikt. Een mooie prestatie tegen een van de sterkste spelers van de tegenstander volgens professor Elo.

Nu kwam het aan op de drie resterende borden. Allereerst Rob Hoogland aan het eerste bord. Ik geef integraal zijn commentaar als witspeler: “Bij de eerste externe wedstrijd niet tegen wie je speelt en is het dus lastig voor te bereiden. Gelukkig maar want g6, Ph6, f7, Pf7 staat waarschijnlijk toch niet in de boeken. Ik kreeg door de passieve opening veel ruimte met het dilemma wanneer wel of niet pionnen in het centrum af te ruilen. Een leuke plus ontstond, alleen had ik de pionnen structuur aan de koningsvleugel verder vast moeten zetten. Dan had ik al het spel op de damevleugel kunnen hebben en bleef hij met een hele slechte zwarte loper over. Dat deed ik niet en uiteindelijk werd mij dat fataal. De zetten f4 gevolgd door f3 zorgde ervoor dat mijn koning open en bloot kwam te staan (of een paard achter). Het werd een kwaliteit en al snel werd er goed afgeruimd waarna het niet nodig was om verder te spelen.” Zo kwam de stand op 4-2 en was een gelijkspel het maximaal haalbare.

Tom Boesten aan bord 7 was de volgende speler die een uitslag liet noteren: “In de opening wist ik initiatief te krijgen, maar het lukte niet om de aanval door te laten slaan. Intussen verbruikte mijn tegenstander heel veel tijd. Op een bepaald moment had hij minder dan twee minuten over. Ik probeerde de stelling zo ingewikkeld mogelijk te maken, maar maakte daarbij een fout, die een kwaliteit kostte. Daarna kon hij afwikkeling forceren. We kwamen uit in een pionneneindspel waarin hij een vrije a- en h-pion had.” Jammer daar had meer ingezeten, maar zijn tegenstander bleef op increment de juiste zetten spelen.

Zodoende was de teamnederlaag een feit. Maar Léon aan bord 2 was nog druk bezig zijn pluspion te verzilveren. Zijn relaas van deze partij: “In een opening waar al snel de gebaande paden werden verlaten, kwam ik met zwart niet slecht uit de opening. In het middenspel hinkte ik op twee plannen, wat altijd een slecht idee is. In een complexe stelling maakte mijn tegenstander gelukkig ook wat ongelukkige keuzes. Uiteindelijk kon ik afwikkelen naar een dame-eindspel met een pion meer. Technisch gezien remise, maar reden genoeg om nog door te spelen, een foutje is tenslotte snel gemaakt. Dat gebeurde echter niet, en uiteindelijk moest ik berusten in remise.” Achteraf mopperde Léon wat over zijn niet-foutloze partij. Maar met het late middenspel en eindspel wat ik volgde was weinig mis. Dat is het nadeel als je de partij laat beoordelen door een schaakengine die ruim 1.500 elo-punten meer heeft. Je legt de lat dan veel te hoog voor jezelf. Een plusremise met zwart tegen de sterkste tegenstander van Charlois is gewoon een prima resultaat.

Al met al vertrokken we met een 5½-2½ nederlaag weer huiswaarts. Mijn voorlopige conclusie is dat het vertoonde spel deze avond voldoende aanknopingspunten biedt voor de komende wedstrijden. Veel succes mannen!