Op dinsdag 1 april werd de bekerfinale gespeeld tussen Edo Pouwelse en Wim Mulder. Eerstgenoemde lootte wit en mocht de eerste zet op het schaakbord uitvoeren. De spelers bleken zich goed op de partij te hebben voorbereid want de opening werd snel gespeeld. Pas in het middenspel kwam er tekening in de strijd. Edo won een pion maar Wim kreeg aanvalskansen tegen de witte koning. De g-pion van Edo bleek echter een geduchte stoorzender en dat zorgde ervoor dat Wim een stuk verloor. Dat was voldoende voor de winst. Edo mag de wisselbeker een jaar lang op zijn schoorsteenmantel laten pronken. Hij behaalde daarmee zijn in totaal derde bekertitel van de schaakclub.
De interne competitie komt langzaam maar zeker in de beslissende fase en daarom werd ook daar hard gestreden. Hans Dijkers speelde vol op de aanval tegen Hans Jarings en boekte een overtuigende overwinning. Dat voorbeeld werd gevolgd door Henk Nentjes die Vaclav Eger op een nederlaag trakteerde. Johan de Koning wist te winnen van voorzitter Ben Balm, maar moest er harder voor werken. Door zijn zwakke pionnenstructuur werd Ben in het defensief gedrukt en na een mooie combinatie wist Johan materiaal te winnen om zo de vis op het droge te krijgen. Zoon Martijn de Koning deed hetzelfde tegen Cees Verschoor. Ook hij wist de gaten in de stelling van zijn tegenstander te benutten en behaalde eveneens een vol punt door geduldig zijn voordeel steeds verder uit te bouwen.
Mattie Huijskens streed dapper tegen Tom Boesten maar de dunne lijn om alle matdreigingen het hoofd te bieden bleek te lastig. De koorddanser viel eraf: punt voor Tom. Richard Zijleman had Han Everaars opgezadeld met een zwakke pion maar toen Richard deze toch niet kon veroveren besloot hij al zijn pijlen te richten op de vijandelijke koning aan de andere kant van het bord. Onder grote tijdsdruk offerde hij een paard om mat te forceren. Mat werd het niet, maar Richard won zetten later met rente het stuk terug en wikkelde af naar een gewonnen eindspel. Een kloek besluit, dat dus uiteindelijk goed uitpakte met een zege. De enige remise van de avond was de partij tussen Robert Valk en koploper Arjan Huijzer. De stelling bleef de hele avond in evenwicht omdat beide spelers elkaar niet het initiatief gunde. Ondanks deze remise blijft Arjan bovenaan staan. Doordat zijn directe concurrenten wisten te winnen neemt de spanning aan de kop van de interne competitie verder toe.