Een Gallisch achttal strijdt dapper voort

Dit verslag begint eigenlijk tijdens mijn bezoek aan het Tata Steel Toernooi in Wijk aan Zee. Daar trof ik als bezoeker onze deelnemende teamleider Jeroen en spraken we over het wel en wee van ons vlaggenschip dit seizoen. Na drie nederlagen op rij blijft hij strijdbaar en geloven in een ommekeer. Een vergelijking van een Gallisch dorpje aan de rand van de Atlantische oceaan omringd door bloeddorstige Romeinse legioenen lijkt exemplarisch voor ons dit seizoen in de Ereklasse van de RSB.

Zijn optimistische blik bewonderend, bood ik hem aan een stukje te schrijven voor onze site. Jeroen kan zich dan meer concentreren op zijn eigen partij en zijn teamgenoten. Zo gezegd, zo gedaan. We mochten thuis aantreden tegen Overschie. Die hadden vooraf al aangeven veel bordpunten te willen scoren met als heilig doel weer terug te keren naar de landelijke bondscompetitie. Het overwicht van onze tegenstanders dit seizoen is een gegeven. Ook nu keken we weer tegen een ratingachterstand van gemiddeld 130 punten per bord. Waarmee we nog in onze handen mochten knijpen: de bezoekers hadden twee invallers opgesteld ☺.

Jeroen had de bordvolgorde weer eens door elkaar gehusseld om de tegenstander te verrassen. Maar dat bleek niet echt nodig. Zo was er was een speler van Overschie, die naar ik hoop meereed met een teamgenoot, die voor aanvang van de partij vroeg tegen welke club hij eigenlijk speelde!?!
Genoeg voorbeschouwingen. We gaan van start met het wedstrijdverslag. Zelf kwam ik vanuit de opening in een zeer scherpe stelling terecht. Die nam de nodige tijd in beslag, zodat ik mezelf weinig tijd gunde een blik op de andere borden te werpen. Daarvoor dank voor de ontvangen input van mijn teamgenoten en wedstrijdleider Tjerk die witte plekken op- en aanvulden.

Bord 1
Jelle had de eer met zwart aan te treden tegen Erik Brandenburg. Een ratingverschil van ruim 400 punten. En dan ook nog met zwart: Jelle moest al snel een witte centrumdoorbraak ondergaan. Dit leidde tot stukverlies direct vanuit de opening en resterende zwarte ruïne zorgden ervoor dat Jelle de eerste uitslag van de avond noteerde: een dikke nul. Jelle had er niets aan te voegen…

Bord 3
Teamleider Jeroen op bord 3 nam zijn goede vorm uit Wijk aan Zee mee. Omdat hij naast mij zat heb ik er wat van meegekregen. Hij speelde een van zijn lijfvarianten, kwam goed uit de opening en pakte tijdens het middenspel een pionnetje mee. Waarom dit niet tot winst leidde, mailde Jeroen me: “Ik verkreeg weliswaar voordeel middels een gedekte vrijpion (en een pion meer) maar kon dit niet omzetten naar winst. De loper van ongelijke kleur stond winst in de weg.”

Bord 4
Volgens Tjerk verloor Hans een belangrijke pion  en werd hij langzaam maar zeker van het bord gezet. Ik heb er weinig van gezien en kan daar dus weinig aan toevoegen.

Bord 5
Bij Edo was het ook zijn tegenstander die een pion won en omdat Edo volgens Tjerk problemen had met zijn ontwikkeling. Na stukverlies van Edo kon zijn tegenstander snel het punt incasseren.

Bord 6
Hoopvol waren de ontwikkelingen bij Johan. Hij kwam voordelig uit de opening en zijn tegenstander offerde een pion voor tegenspel. Het leverde helaas niet een broodnodige winst op om de wedstrijd spannend te houden. Johan legde uit waarom hij moest berusten in remise: “Het vervelende was dat ik die pion niet echt kon weigeren, waardoor we een soort Benkö gambiet-stelling kregen. Daarbij heeft zwart initiatief en druk met de zware stukken op de damevleugel. De meeste druk kon ik gelukkig weerstaan en met de ruil  van een paar torens en de dames was de angel er wel uit. De pion extra betekende niet echt veel meer, en dus werd het remise.” 

Bord 7
Ook optimistisch was ik over de kansen van Arjan. Hij stond weliswaar wat gedrukt, maar beschikte wel over de goede loper. In het verslag dat ik van hem ontving lees ik daar niets van terug. Dus neem ik zijn verhaal maar integraal over: “We hebben ons niet beziggehouden met diepzinnige openingstheorie. Volgens mijn database waren we al na zes zetten op onontgonnen terrein beland. Mijn tegenstander stelde zich solide op, zodat het weinig moeite kostte om een gelijke stelling te krijgen. Wit ontwikkelde vervolgens een initiatief op de damevleugel, maar de verdediging was niet moeilijk te vinden. Na een zetherhaling werd de remise genoteerd. In de analyse achteraf bleek dat ik me niet om de damevleugel had hoeven bekommeren. Een tegenaanval op de koningsvleugel zou voldoende zijn geweest om de witte stukken tot terugtrekken te dwingen. Ik had dan zelfs nog voor meer kunnen vechten. Volgens de computer heeft geen van de partijen groot voordeel gehad, zodat ik tevreden mag zijn met een gelijkspel”

Bord 8
Over Cees aan het andere einde van de zaal was ik overtuigd dat hij wel het volle pond zou scoren met zijn pluspion. Maar ook hier moesten we genoegen nemen met remise. Cees was er helder over: “Ik speelde een vrij slordige partij. Kleine voordeeltjes werden simpel teruggegeven. Illustratief was het einde. Daar waar ik dacht het volle punt te gaan incasseren bood ik een eenvoudige mogelijkheid tot eeuwig schaak. Geen beste pot met een terechte uitslag.”

Bord 2
De spelers aan dit bord waren het langste bezig. Zoals gezegd een scherpe partij met tegengestelde rokades waar ik achter de witte stukken een koningsaanval op de koningsvleugel was gestart. Een tegenreactie op de damevleugel was nergens te bekennen, zodat zwart slechts kon tegenhouden.

Om de aanval gaande te houden besloot ik een pion te offeren om de stelling rond de zwarte monarch te openen. Optisch zag het er allemaal behoorlijk dreigend uit, maar ik kon geen beslissende aanval vinden. Weliswaar won ik de pion later weer terug, maar de storm was inmiddels afgezwakt tot een licht briesje. Toen ik ook nog één zet te laat een tijdelijk stukoffer op d5 pleegde, was zwart er als de kippen bij om de aanval te over te nemen en mij weer een pionnetje af te snoepen. Mijn tegenstander wikkelde af naar een pionneneindspel waarin wit geen oppositie kon houden. Ik ben dus maar eens bij oom Fritz langs geweest om zijn visie te vragen. Hij was niet mild in zijn oordeel: de balans is gedurende de partij meermaals gewisseld.

Wat is nu de conclusie die we mogen trekken? De eindstand 2-6 is wel wat vertekend gezien de partijverloop op diverse borden gedurende de avond. Maar ja, dat zeiden we de vorige wedstrijden ook. Laten we realistisch zijn, we worden aan het einde op klasse geklopt. Aan Jeroen de taak voor de volgende ronde een echte Houdini-act te verzinnen. In dat Gallische dorpje hadden ze een onoverwinnelijke toverdrank!?

Leave a Comment