Van de acht schaakpartijen op 25 januari werden er vijf gewonnen door de zwartspeler. Even ter verduidelijking. De zwartspeler is de speler die met de zwarte stukken speelt en niet iemand die illegaal meedoet aan de competitie. Maar dit ter zijde.
Zo won de jeugdige Tristan Ribke, met zwart, van Hans Jarings omdat de laatste te veel tijd nodig had en legde vader Bert Ribke, met wit, de koning om tegen Vaclav Eger die het nodige materiaal voor stond. Rob Rijnbeek won met een gepromoveerde pion op meesterlijke wijze van Willem Mulder en Ben Balm besloot met Hans Dijkers tot remise in redelijk gelijke stand. Matheus Huijskens werd door Henk Stam, met zwart, op een matje getrakteerd en Carel Heine raakte al snel een loper kwijt waarna zwartspeler Han Everaars de winst naar zich toe trok. En met drie pionnen meer won Henk Nentjes van Cees Verschoor.
De kraker en tevens langste partij van de avond was die tussen de nummers 1 en 2 van de ranglijst, Richard Zijleman en Rob Hoogland. Richard speelde sterk en drong Rob in de verdediging. Maar op het moment dat Richard de winst voor het oprapen had greep hij vreselijk mis. En dan is schaken een wreed spel. Rob, met de zwarte stukken, werd de fortuinlijke winnaar en neemt meteen de koppositie over in de interne competitie.
De stand in de competitie is nu: 1 Rob Hoogland, 2 Richard Zijleman en 3 Rob Rijnbeek.